Vanwege de omvang en complexiteit van het collegeprogramma heeft de productie daarvan afzonderlijk en gelijktijdig met de productie van de begroting plaatsgevonden. Het was niet mogelijk om het concept collegeprogramma op het einde van dit productieproces nog in de primitieve begroting 2023 te verwerken. Hierdoor is de begroting 2023 puur een weergave van de financiële ontwikkelingen na de uitwerking van de begrotingsrichtlijnen inclusief een extra budget voor hogere energiekosten.
Na vaststelling van het raadsvoorstel Financieel kader 2023-2026 en meicirculaire 2022 door de raad op 5 juli 2022 hebben deze financiële ontwikkelingen een positief effect op de prognose van het saldo van de begroting 2023 en de meerjarenraming 2024-2025. Uitzondering hierop is het jaar 2026. Hierop heeft dit een negatief effect.