Algemeen bestuurlijk perspectief

Toelichting begroting 2023 en meerjarenbegroting 2024-2026

Raadsvoorstel Financieel kader 2023-2026 en meicirculaire 2022
De door de raad vastgestelde kaders en uitgangspunten zijn de basis voor de opstelling van de begroting. Deze kaders zijn opgenomen in het r aadsvoorstel Financieel kader 2023-2026 en meicirculaire 2022 waarover de raad op 5 juli 2022 het volgende heeft besloten:

  • Het financiële effect van de meicirculaire over de jaren 2023-2026 (2023: + € 4.628.000, 2024: + € 4.523.000, 2025: + € 5.648.000 en 2026: -/- € 851.000 te betrekken bij het opstellen van de begroting 2023.
  • Kennis te nemen van het Financieel kader 2023-2026
  • In te stemmen met de voorgestelde begrotingsrichtlijnen 2023 (bijlage 1 van het Financieel kader 2023-2026).

Op basis van dit besluit hebben wij de begroting 2023 opgesteld. In 3.2 worden de financiële  verschillen tussen het financieel meerjarenperspectief voor uitwerking begrotingsrichtlijnen 2023 en de begroting 2023 op hoofdlijnen toegelicht.

Financiële ontwikkelingen na vaststelling van het financieel kader 2023-2026 en na uitwerking begrotingsrichtlijnen
Na vaststelling van het raadsvoorstel Financieel kader 2023-2026 en meicirculaire 2022 door de raad hebben deze financiële ontwikkelingen een positief effect op de prognose van het saldo van de begroting 2023 en de meerjarenraming 2024-2025. Uitzondering hierop is het jaar 2026. Hierop heeft dit een negatief effect.

Tabel:   prognose begroting 2023 en meerjarenraming 2024-2026

bedragen x € 1.000

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

Prognose financieel meerjarenperspectief voor uitwerking begrotingsrichtlijnen 2023

56

-83

-155

-1.022

Algemene uitkering

4.628

4.523

5.648

-851

Financieel kader 2023-2026: hogere energiekosten

-750

-750

-750

-750

Diversen (o.a. actualisatie kapitaallasten, stelposten, financieringsresultaat, uitwerking begrotingsrichtlijnen)

-6

-184

-188

-32

Prognose begroting 2022 en
meerjarenraming 2023-2025

3.928

3.506

4.555

-2.655

Hieronder worden de bovenstaande posten nader toegelicht.

Algemene uitkering
Dit betreft de verwerking van de uitkomsten van de meicirculaire 2022 Gemeentefonds.

Nr

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

1

Ontwikkeling accres (incl. uitname volkshuisvestingsfonds en woningbouwimpuls

4.876

6.176

7.566

2.325

2

Opschalingskorting, schrappen oploop

847

1.135

1.423

0

3

Middelen jeugd (herverdeeleffect)

-416

-837

-757

-463

4

Ruimte onder plafond BTW compensatiefonds

-68

-67

-67

-67

5

Herverdeeleffect (2023: -7,50 / 2024: -22,50 / 2025: -37,50 / 2026: -542,50 per inwoner)

-380

-1.145

-1.916

-2.696

6

Overige ontwikkelingen

-231

-739

-601

50

Totaal effect meicirculaire 2022 op begrotingssaldo

4.628

4.523

5.648

-851

Positief financieel effect (in 2026 negatief) binnen een bandbreedte van -€ 851.000 tot € 5.648.000.

  • Financieel kader 2023-2026: hogere energiekosten
    In verband met een nieuwe aanbesteding voor energie is door het gemeentelijke collectieve inkoopbureau een indicatie gegeven van de toename van de energiekosten vanaf 2023. Vanwege de grote impact op het saldo is deze ontwikkeling in deze begroting opgenomen.
    Negatief financieel effect op de energiekosten 2023-2026 € 750.000 per jaar.
  • Diverse mutaties
    De overige mutaties betreffen in 2022 het actualiseren van de kapitaallasten (€ 251.000), neutraal maken heffingen (-/- € 74.000) en aanpassing budget Wet Kinderopvang meer gebruik en ontwikkelingen CAO Werk en Inkomen Lekstroom -/- (€ 120.000). Daarnaast is hierin de uitwerking van de begrotingsrichtlijnen en een aantal kleine aanpassingen opgenomen  -/-(€ 63.000).
    Financieel effect van -/- € 6.000 in 2023, -/- 184.000 in 2024, -/-€ 188.000 in 2025 en -/-€ 32.000 in 2026.

Afspraken aanvullende middelen Jeugd
Het Rijk en VNG werken op dit moment aan de Hervormingagenda jeugdzorg. Deze zal naar verwachting dit najaar worden afgerond. Vooruitlopend hierop zijn voor de jaren 2022 en 2023 reeds aanvullende, incidentele middelen toegevoegd aan het gemeentefonds, in lijn met de financiële reeks van de uitspraak van de Commissie van Wijzen (CvW). Naast de besparingsopgave die volgt uit de uitspraak van de CvW heeft het kabinet besloten tot het realiseren van de aanvullende besparing van structureel € 511 miljoen, welke een Rijksverantwoordelijkheid is gemaakt. Concreet betekent dit dat het aan de Rijksoverheid is om de besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. Het gaat daarbij om maatregelen waardoor gemeenten minder middelen nodig hebben of waarbij alternatieve inkomsten gegenereerd worden. Ook draagt het Rijk het budgettaire risico ingeval (een deel van) deze maatregelen geen of niet tijdig doorgang vinden.

Partijen erkennen de noodzaak om op deze ontwikkelingen te anticiperen en aanvullende afspraken te maken ten aanzien van de te verwachten ruimte in de gemeentelijke begroting aanvullend op de meicirculaire:

  • Gemeenten mogen in de jaarschijven 2024 t/m 2026 de middelen die op de aanvullende post zijn gereserveerd meenemen in hun meerjarenraming (landelijke bedragen: respectievelijk €1.265 miljoen, €758 miljoen en €367 miljoen). Conform de richtlijn van vorig jaar mocht in de begroting 2022 hiervan omgerekend naar aandeel voor Houten 75% geraamd worden;  in de meest recente richtlijn mag voor de jaren 2024-2026 100% geraamd worden. Voor Houten is dit positieve effect van € 465.000 in 2024 aflopend naar € 248.000 in 2026 aan de budgetten van jeugdzorg toegevoegd.
  • Daarnaast mogen gemeenten in hun begroting rekening houden met een besparing van €100 miljoen in 2024, €500 miljoen in 2025, € 500 miljoen in 2026 en vanaf 2027 € 511 miljoen structureel als gevolg van maatregelen die het Rijk zal uitwerken. Voor Houten is als gevolg hiervan een post ‘nog te realiseren ombuigingen’ onder het budget van jeugdzorg opgenomen van respectievelijk € 175.000 in 2024 en € 873.000 voor de jaren 2025 en 2026; het budget voor jeugdzorg is met deze bedragen verlaagd.
Deze pagina is gebouwd op 10/06/2022 13:39:39 met de export van 10/06/2022 12:02:04